Onder René Weiler werd hij onverwachts eerste doelman van de laatste Paars-Witte kampioenenploeg, twee jaar later heeft Frank Boeckx er een seizoen met weinig tot geen speelkansen opzitten. De ervaren had nochtans het gevoel dat hij had kunnen helpen om het tij te keren voor het kwakkelende Anderlecht.
In een gesprek met Sport/Voetbalmagazine blikt Boeckx terug op zijn status als back-up van Thomas Didillon het afgelopen seizoen. "Het is gewoon niet gelopen zoals ik gedacht had. Op collectief én individueel vlak. Ik had gehoopt om te kunnen spelen toen het wat minder liep en het deed dus pijn dat ik uiteindelijk geen kans heb gekregen", geeft de doelman aan teleurgesteld te zijn met zijn geringe speelminuten. "Als je een heel jaar traint en alles geeft voor je club, dan wil je dat beloond zien worden in het weekend."
Boeckx toonde zich een voorbeeldige professional en vervulde zijn rol zonder klagen, al knaagde dat soms wel. "Dat er niets van kwam, was moeilijk om te aanvaarden. Met mijn coaching, ervaring en voetballende kwaliteiten dacht ik belangrijk te kunnen zijn voor de ploeg. Als een trainer het anders ziet, dan moet je werken en zwijgen. De trainerswissels hebben mij zeker niet geholpen, al wil het ook iets zeggen als geen van de drie mij opstelt. Maar wanneer de ploeg niet draaide dacht ik toch: geef mij nu eens een kans, misschien kan ik het tij doen keren."