KRC Genk won zaterdagavond op het veld van AA Gent en zette zo opnieuw een grote stap richting landstitel. Maar dat was niet echt te merken aan de reacties achteraf. Danny Vukovic wil niet dromen, Philippe Clement blijft het match per match bekijken en Ruslan Malinovskyi geraakte zelfs geïrriteerd na een vraag over de voorsprong op achtervolger Club Brugge.
Die bescheidenheid siert Genk enerzijds, maar langs de andere kant zijn alweer vier speeldagen voor het einde en sprak niemand van de spelersgroep of trainerstaf hun titelambities openlijk uit. "Ik vind dat ze zich in de Luminus Arena nu niet meer hoeven te verstoppen. In Vlaanderen zit het in onze aard dat we onze nek niet durven uit te steken. Dat gebeurt nu ook in Genk met het taboe dat rond het woord ‘titel’ hangt. Maar met de weg die de club al heeft afgelegd, mogen ze zich terecht op de borst kloppen. De schroom mag nu wegvallen", stelt analist Jacky Mathijssen bij Het Belang van Limburg.
Want die bescheidenheid is stilaan aan het neigen naar valse bescheidenheid en dat kan snel tot irritatie leiden. "De schroom mag nu wegvallen. Anders wordt het flauw en lijkt het bij de publieke opinie door uitspraken als ‘we bekijken het wedstrijd per wedstrijd’ alsof de titel in hun schoot komt gevallen. Neen, er was voor het seizoen een plan en dat plan is perfect uitgevoerd. Waarom dan nog bescheiden blijven? Op die manier ga je een hele hoop complimenten mislopen. En dat is jammer", aldus Mathijssen.