Hein Vanhaezebrouck heeft maandagavond in een hele reeks interviews vernietigend uitgehaald naar zijn ex-club RSC Anderlecht. Daarbij viseerde hij vooral voorzitter Marc Coucke, die zich te veel met het sportieve luik zou hebben bemoeid. En ook het transferbeleid was voor de trainer een doorn in het oog.
Zo had Vanhaezebrouck afgelopen zomer een verlanglijstje doorgegeven met daarop in de eerste plaats een topspits en een 'nummer 10'. Daarnaast wou Vanhaezebrouck een jonge spits, een vlot scorende aanvaller en een centrale verdediger. Die laatste drie wensen werden vervuld met de komst van Landry Dimata, Ivan Santini en Ognjen Vranjes/Bubaccar Sanneh. "Voor de jonge spits wilden ze Awoniyi. 'Tuurlijk', antwoordde ik. Ik ben fan van Awoniyi. 'Mag het ook Dimata zijn?', vroegen ze. Ik was meteen akkoord - Landry heeft een goed seizoen gespeeld", vertelt Vanhaezebrouck bij Het Laatste Nieuws.
Maar zijn grootste wensen, een topspits en een nummer 10, bleven uiteindelijk achterwege. Nochtans had de club kans op een echte topaanwinst. "Die topspits kwam niet. En de spelmaker óók niet. We konden Hanni terughalen, maar omdat een deel van de supporters niet voor Hanni was, hebben ze dat niet aangedurfd."