Club Brugge heeft de Champions League door de grote poort kunnen verlaten. Blauw-Zwart slaagde er in om de groepsfase af te ronden met zes punten, waarbij het in zijn laatste vier opeenvolgende wedstrijden telkens een nederlaag kon voorkomen. Dinsdagavond werd ook Atletico Madrid in bedwang gehouden.
Ivan Leko had opnieuw een stevig blok neergezet en een aantal spelers konden zich opnieuw manifesteren. Youngsters Cyril Ngonge en Loïs Openda toonden bijvoorbeeld dat ze één en ander in hun mars hebben. Daar tegenover stond wel de bleke prestatie van Hans Vanaken. "Van Ngonge en Openda mag je niet meer verwachten als je ziet hoe moeilijk bijvoorbeeld Vanaken - hij was bijna onzichtbaar - het had om het spel naar zich toe te trekken", stelt analist Marc Degryse bij Het Laatste Nieuws.
Een ander minpuntje was de rechterflank, die blijft maar kreunen onder de blessuregolf bij de vleugelspelers. "Die flank blijft toch een probleem - Amrabat is niet meer dan een noodoplossing. Saúl haalde in het eerste halfuur een viertal keer de achterlijn met een goede voorzet. Op Lemar vonden Amrabat, Vormer en Poulain evenmin een antwoord. Zeker omdat ze bijna constant gedwongen werden om achteruit te lopen", aldus Degryse.
Het moet wel gezegd dat Amrabat het er veel beter vanaf bracht dat Decarli vrijdagavond in Beveren, maar toch is het voor Club te hopen dat Mata, Cools en andere Diatta's snel meer fit geraken om die rechterflank te herstellen.