Door de vele blessures zet Hein Vanhaezebrouck dezer dagen bij Anderlecht weer in op jeugd, met de voorbije weken speelminuten voor Francis Amuzu, Albert Sambi Lokonga en Edo Kayembe. Om zijn youngsters scherp te houden, pakt RSCA nu uit met een opmerkelijk initiatief.
Via de sociale cel biedt het zijn jeugdspelers die niet meer in de middelbare school zitten een pak cursussen aan. "Na hun middelbaar zetten die jongens dan ook alles op het voetbal. Maar wat zagen we bij Tielemans en Kawaya? Zij kwamen uit een structuur waarbij ze van 's morgens 7 uur tot 's avonds 21 uur bezig waren: bus naar school, lessen, training, studie, huiswerk, slapen… Zelfs na een slechte match hadden ze geen tijd om na te denken", legt Jean-François Lenvain uit in Het Nieuwsblad.
"Maar na hun achttiende hadden ze soms maar twee uur training op een dag en dat was het. Als je dan in die vrije tijd niets om handen hebt, worden de voetbalproblemen soms levensgroot en loeren er verleidingen om de hoek. Ze liggen lang in bed, spelen PlayStation, trekken naar het shoppingcenter, daar lonkt PizzaHut… Soms heb je na één seizoen al een veel slechtere, passieve speler. We moeten af van het idee dat in de zetel hangen de beste manier is om te recupereren als voetballer. Wij moesten die leegte vullen, want wat spelers doen naast het voetbal bepaalt meestal of ze het maken of niet."