Jelle Vossen schippert tussen bank en basis en de voormalige Rode Duivel moet zich elk jaar opnieuw bewijzen. De spits weet dat, maar trekt zich op aan zijn zeer goede cijfers.
"Ik ben me er bewust van dat ik nooit beschouwd zal worden als een sierlijke spits. Bij Vossen wordt er meer gedacht: hij maakt zijn goals en dat is het. Het zij zo, mijn statistieken spelen nu éénmaal in mijn voordeel, dat zal ik nooit verliezen. Dat eerste jaar dus 14 als invaller, vorig jaar heb ik er 16 gemaakt. Ik denk dat iedereen wel weet dat als ik een heel seizoen alles speel, ik dan gemakkelijk tussen de 15 en 20 doelpunten uitkom. Dat verwacht iedereen ook van mij, maar dan moet ik wel de minuten krijgen", zegt hij in Het Laatste Nieuws.
Hij weet waarom ze aan hem twijfelen. "Mijn grootste probleem als spits is dat ik niet de snelheid heb van een Dennis of een Diaby en ook niet het sterke lichaam van een Wesley. Ik haal overal wel een zes, maar op geen enkel vlak steek ik er bovenuit. Ik moet het hebben van mijn looplijnen en op het juiste moment op de juiste plaats te staan. Dat speelt in mijn nadeel."