In de nasleep van het vertrek van Michel Preud'homme, beleefde Club Brugge een erg drukke transferzomer. Zo moesten op verschillende posities versterking aangetrokken worden. Bovendien vonden een aantal sterkhouders dat het tijd was voor een stap hogerop en zochten zij andere oorden op.
Bjorn Engels bijvoorbeeld, trok voor een slordige acht miljoen naar het Griekse Olympiakos. Niet bepaald een ware droomtransfer, maar het had ook anders kunnen lopen. Zo weigerde Club Brugge in 2016 nog een miljoenenbod vanuit de Premier League. "Er was toen heel concrete interesse van zo'n club, er lag op dat moment zelfs een bod op tafel van ongeveer het dubbele van wat Club afgelopen zomer voor mij kreeg. Vijftien miljoen? Ja, maar dat is nooit in de pers verschenen, omdat ik niet iemand ben die zo te werk gaat", onthult Engels tegenover Sport/Voetbalmagazine.
Naar verluidt was Bournemouth de club in kwestie, maar Blauw-Zwart liet hem dus niet vertrekken. "Ik zal ook nu de naam van die club niet bekendmaken, maar ik wou daar toen wel absoluut naartoe. Ook omdat ik vond dat ook Club er echt beter van zou worden. Want ik denk niet dat er in België al vaak vijftien miljoen euro voor een verdediger is betaald. Daarom zette ik druk op het bestuur", aldus Engels, die benadrukt dat hij zich in die periode wel volop bleef inzetten voor Blauw-Zwart.