Real Madrid heeft zondagavond eindelijk het 33ste kampioenschap van Spanje behaald. Jarenlang moest 'De Koninklijke' vooral FC Barcelona voor zich dulden, maar op bezoek bij Málaga maakte de ploeg van Zinedine Zidane geen fout: 0-2. De Madrilenen wonnen midweeks bij Celta de Vigo (1-4) en had daardoor aan een gelijkspel voldoende om de titel veilig te stellen. Málaga beloofde maximale tegenstand te zullen bieden, ondanks de contractuele bonus uit de transfer van Isco in 2013. Diezelfde middenvelder profiteerde echter al in de tweede minuut van een slordigheidje en stelde Cristiano Ronaldo in staat om de 0-1 te produceren. Málaga nam daarna wel een overwicht in handen, maar doelman Keylor Navas hield zijn doel keurig schoon. Tien minuten na rust gooide Karim Benzema de Spaanse titelstrijd op slot door de 0-2 op het bord te brengen. Eindelijk is Real Madrid dus weer landskampioen en het seizoen kan nog mooier worden door Juventus te verslaan in de Champions League-finale. Barça vervult plicht op zware avond FC Barcelona deed zondagavond wat het moest doen, al nam Eibar een comfortabele 0-2 voorsprong in handen via twee goals van Takashi Inui. David Junca (eigen doelpunt), Luis Suárez en twee goals van Lionel Messi zorgden voor een 4-2 overwinning. De Argentijnse sterspeler liet ook nog een strafschop onbenut.
LaLiga CHAMPIONS 🇪🇸ðŸ†
Málaga 0-2 Real Madrid
— Real Madrid C. F. (@realmadrid) May 21, 2017
âš½ @cristiano 2'
âš½ @Benzema 55'#33Ligas #HalaMadrid pic.twitter.com/VErQXCITYS