Bjorn Ruytinx kan weer rustig voetballen, zonder dat de spotlights constant op hem gericht staan. De situatie tussen de aanvaller en Mehdi Carcela is verleden tijd. In Sport/Voetbalmagazine kwam hij nog wel eens terug op de situatie. Zo hekelt hij de reacties van enkele gewezen voetballers. "Ik heb het allergrootste respect voor Philippe Albert en de carrière die hij kan voorleggen, maar ik ben niet verplicht om zijn kritiek zomaar te aanvaarden. Hij gaat mee in het discours van de Franstalige pers, die me niet ontzien heeft na de affaire-Carcela. Ik heb nochtans een flink pak beelden van de vroegere Albert gezien en dan kan je toch niet om de vaststelling heen dat hij een speler was die zijn voetje nooit terugtrok en de ellebogen graag gebruikte", begint Ruytinx z'n verhaal. "Wie ben ik om zijn speelstijl te veroordelen? Akkoord. Maar met welk recht maakt hij mij in zijn commentaren met de grond gelijk? Dan heb ik meer begrip voor de mening van iemand als Marc Degryse . Hij heeft me ook fel bekritiseerd, maar hij was een technische voetballer, iemand die de duels ontliep. Daarom vind ik dat hij wél het recht heeft om mijn manier van voetballen af te keuren."